Blog #1 Jozef

Ik heb Jozef van den Berg drie keer bezocht in zijn kluizenaarshut in Neerijnen in de
Betuwe. De eerste keer alleen, de tweede keer met mijn jongste zoon Isaak, en de derde keer heel onlangs in gezelschap van mijn vriend de poppenkastspeler Egon Adel.

Wie Jozef precies is ga ik hier niet uitleggen, onderaan staan genoeg linkjes met prachtige films en artikelen, waarin zijn verhaal als kluizenaar en zijn werk als acteur en poppenspeler uit de doeken wordt gedaan. Wat ik te vertellen heb gaat over hem als inspiratiebron. Jozef staat in zekere zin aan de wieg van ‘t Bruggehuisje, het plan voor een theatertje was namelijk nog maar nauwelijks geboren toen ik het idee kreeg om hem te vragen zijn “beschermheer” te worden. Het kindje moest toch een soort “peetoom” hebben, vond ik, en wie was daar geschikter voor dan deze gewezen poppenspeler, die in de theaters zo warm en enthousiast voor kinderen kon spelen? Ik kende niemand die dat zo kon als hij. Hij wist ze erin te betrekken en diepe vragen van leven en dood, liefde en conflicten in zijn toneelvertellingen te weven op een serieuze, hartstochtelijke en toch ongeëvenaard lichtvoetige manier. Kies je vrienden goed, heb ik geleerd, nou hij leek me iemand die ik wel als vriend, of nee als “beschermheer” wilde.

Toen ik voor de eerste keer naar hem opweg was en met de auto over de A2 reed, nu zo’n acht jaar geleden, weet ik nog hoe spannend ik het vond. Je zit in gedachten het gesprek al te voeren dat nog moet plaatsvinden, bedenkend hoe je het zou gaan brengen. Ik wist al best veel over hem, het meeste uit verhalen van mensen die hem regelmatig opzochten en die ik weer kende omdat ze van dezelfde orthodoxe kerk zijn als hij en ik. Dat was iets wat we gemeen hadden, een soort troef, dacht ik, waarmee ik hem zou overhalen. Ik was net zo’n gelovige orthodoxe christen als hij én ik hield van theater net als hij. We zouden mekaar begrijpen en het zou hem overtuigen van mijn goede bedoelingen en de logica van mijn verzoek. Maar niets bleek minder waar, het gesprek liep heel anders.

Ik trof een diep in stilte verzonken man, met een raadselachtige andersheid om zich heen. Trage, bedachtzame bewegingen, aanwezig en geaard, maar tegelijkertijd ook vreemd áfwezig, de spulletjes in en om zijn schamele hutje, een duif die rondscharrelde op het erfje, de boom ernaast die zijn takken liet hangen in de van dauw door en door vochtige lucht – het had allemaal op mij een uitwerking die ik niet verwacht had. Terwijl hij me vriendelijk rondleidde en zijn hutje van binnen en buiten liet zien, hier en daar uitleg gevend over wat ik zag , had ik het gevoel te worden afgetast, terwijl er geen vraag over z’n lippen kwam. We gingen zitten in de minieme ruimte tussen zijn oude toneelkoffer, die, met een kwartslag gedraaid, als altaartje bekleed was met ikonen en doeken waarop half afgebrande waskaarsen stonden, en een potkacheltje in de hoek tegenover. Hij vertelde iets over de betekenis van zijn leven als kluizenaar, waarin hij nu “acteur van Christus” was en niet langer toneelspeler. Zacht uitgesproken woorden, met veel stiltes tussendoor, die af en toe zwaar aanvoelden. Was het de spanning die ik voelde omdat ik een moment zocht om te zeggen waar ik voor kwam maar dat ineens niet meer zo vanzelfsprekend vond?

Op de terugweg had ik alle tijd om na te denken over het antwoord dat ik van hem kreeg: het theaterleven ligt definitief achter me, zei hij, ik wil er nooit meer naar terug, en er liever ook niet aan herinnerd worden. Sinds mijn afscheid wijd ik me volledig aan de Liefde van God, want dat is mijn eigenlijke bestemming, weet ik nu. Maar lieve Jozef, begon ik een innerlijke dialoog met hem, terwijl ik mijn aandacht op de snelweg moest houden, dat is toch precies waar ik je voor nodig heb en waar ik je hulp voor inroep! Ik zoek met mijn Bruggehuisje toch net als jij “waarheid” en “echtheid” en “schoonheid”, niet voor het applaus of de bewondering van mensen, maar omdat ik hoop dat het mij en de degenen met wie ik samenwerk én de kinderen én de bezoekers dichter bij onze bestemming brengt, en die noem ik net als jij God. De ommezwaai die jij hebt gemaakt fascineert me, maar, ik geef het toe, stoot me ook af. Als jij een antwoord hebt gevonden, waarom blijf je dan een vreemde voor me, waarom maak je me geen deelgenoot als gelijkgestemde, als mens met dezelfde vragen? Mijn talenten op het gebied van de kunsten staan niet in vergelijk met de jouwe, maar hoe ik het ook doe en wat ik ook doe, als het niet bijdraagt aan de Liefde heeft het ook voor mij geen enkele zin. Ik weet niet veel zeker, maar dat wel. En toe, Jozef, jij weet immers als geen ander hoe moeilijk de vraag is waar die Liefde dan wel te vinden is, wat je daarvoor moet doen, of laten, welke vormen daarvoor geschikt zijn en welke niet, ja óf er wel vormen zijn die geschikter zijn dan andere, of dat je misschien altijd en overal, zelfs in de meest onbedoelde, meest duistere omstandigheden, kunt bijdragen aan Gods liefde, mits je hart daarvoor de deur openhoudt, een deur die ons – daar heb je het weer – als kind is ingeschapen! Waar is die liefde, die waarheid dus te vinden? Jij zegt in je hart. Ik zeg ook in mijn hart. Wat is het toch jammer, zei ik in mezelf, dat onze harten elkaar vandaag niet raakten…

De fascinatie voor de kluizenaar Jozef is sindsdien nooit meer helemaal weggegaan. Dat komt door de vraag die hij stelt: waar leef je voor? Hij heeft zijn antwoord daarop gevonden. De monastieke middelen die hij gebruikt om dat antwoord in een levend getuigenis om te zetten zijn in de orthodoxe kerk al sinds de vroegste eeuwen van het christendom bekend: gebed, stilte, meditatie, natuurverbondenheid, eenvoud, niet aan bezittingen hechten, en het kalme gesprek met mensen die hem bezoeken en zijn steun of raad vragen. Het is heel ontroerend om deze vormen in deze mens op deze plek te zien afgebeeld. Het hutje en de hele entourage eromheen zijn zo bezien een gezegende plek, de mens daarin een echte mens. Elk blaadje aan de boom is vochtig en zwaar van de dauw, maar elk weerspiegelt het licht op zijn eigen manier. Een kunstenaar is hij altijd gebleven, nog altijd “acteur”, met een zuiver gevoel voor dramatische vorm en de lijn van het verhaal, het straalt nog steeds van hem af. Hijzelf zegt: niet ik heb het verhaal gevonden, maar het verhaal mij.

Je daaraan overgeven is dus de sleutel, het geheim. Het ligt klaar in het hart, dat elk mens bij geboorte is ingeschapen. Een angstig hart kan niks, een verhard hart ook niet, alleen een zacht en ontvankelijk hart vermag zich over te geven en niet bang te zijn maar vertrouwen te hebben. Je begrijpt het, en tegelijkertijd ontglipt het je als je het met je verstand helemaal probeert te begrijpen. Het wezenlijke is het mysterieuze. Maar niets minder dan die overgave aan het mysterie van God en Zijn schepping is waar Jozef als kluizenaar nu een ikoon van vormt. Elke ikoon kun je vereren en kussen zo vaak als je wilt. Je zult er met de beste röntgentechniek ter wereld het geheim niet van ontdekken, laat staan als je de verf eraf zou krabben om te zien welke waarheid zich achter de beeltenis verbergt. Elke ikoon bevat de oer-ikoon van Christus, de Godmens, de meest nabije en tegelijkertijd zo onbegrepen mensenzoon. Wij – d.w.z. hij, maar ook ik en al zijn bezoekers – zien ons daarin weerspiegeld. Verschillende blaadjes, andere weerkaatsing van hetzelfde Licht. Hij grotendeels naar binnen gekeerd, ik meer zwervend en op de wereld gericht, maar beiden met dezelfde innerlijke kreet op onze lippen: neem je kruis op en leef! Ja, Jozef, jij hebt je kruis opgenomen, dat zie ik. En ik heb je inmiddels vergeven dat je destijds niet op mijn innige wens kon ingaan. Uiteindelijk is die trouwens toch in vervulling gegaan, alleen niet op de manier die ik destijd in gedachten had toen ik het probeerde bij je af te dwingen.

Dat laatste was eigenlijk de reden om dit stukje te schrijven: ik wilde laten zien op welke wijze ‘t Bruggehuisje toch een “beschermheer” heeft gevonden in Jozef van Neerijnen, een betere wijze dan dat ik me destijds kon voorstellen. Het was mijn bedoeling vooral over ons laatste bezoek te schrijven van een paar weken geleden, toen met Egon samen. Dat verliep zo heel anders dan de eerste twee! Enfin, dat moet dan maar een keer in een volgend stukje.

Amsterdam, 3 augustus 2022

Links over Jozef:

http://theaterschriftlucifer.nl/beeld/luci12vandenheuvel.pdf – interview

https://decorrespondent.nl/10424/al-wat-je-moet-doen-is-de-weg-afleggen-van-je-hoofd-naar-je-hart-zegt-deze-diepgelovige-kluizenaar/4720709426840-22c0eaf4 – interview

https://vimeo.com/9668812 – ik speel niet meer

https://vimeo.com/39403424 – De kluizenaar van Neerijnen

https://youtu.be/Z-00zr5MxE8 – Het geluk van morgen (videoregistratie)